China’s groei trekt schroeisporen in de wereldeconomie. De Chinese economische
welvaart nam het afgelopen kwartaal met maar liefst 11,5 procent toe. Voor
het hele jaar zal de groei makkelijk boven de tien procent uitkomen.
Ondanks de fantastische economische ontwikkeling van het land, durven
de leiders de kerngezonde patiënt niet van het infuus te halen. Aan het
beleid om de wisselkoers van de eigen munt, de yuan, kunstmatig laag te
houden wordt niet getoornd.
Er wordt wel veel gepraat over versoepeling van het wisselkoersbeleid. Maar de
vrees dat de exportgroei dan daalt, de werkloosheid oploopt en het volk gaat
protesteren, heeft het tot nu toe van het gezonde verstand gewonnen.
Terecht klagen Amerikaanse en Europese politici over de goedkope
Chinese munt. Wat ooit verstandig wisselkoersbeleid was, is verworden tot
een onredelijke handelspolitiek. Tijdens de top van grote industriële landen
afgelopen weekend werd er dan ook veel gemord over de goedkope yuan.
Maar ook voor de Chinese economie is het een kortzichtig beleid. Je
kunt economische krachten niet eeuwig onder de duim houden. Als de stoom van
de oververhitte economie niet via de wisselkoers kan ontsnappen, zoekt het
een andere uitweg. In plaats van een duurdere munt krijg je dan binnenlandse
inflatie, mede doordat de goedkope munt zorgt voor dure importen.
Net als in augustus lag de Chinese inflatie in september boven de zes procent.
Op den duur zal die hoge binnenlandse inflatie leiden tot hogere looneisen
en uiteindelijk zal dat de export duurder maken. Een simpele waardestijging
van de yuan zou hetzelfde effect hebben, maar China kiest er blijkbaar voor
om via ontregeling van de binnenlandse economie de export duurder te maken.
Wat het nog erger maakt is dat de centrale bank zich ermee gaat
bemoeien. Nu al probeert de Chinese centrale bank de inflatie te bestijden
door stelselmatig de rente te verhogen. Daarmee wordt de binnenlandse vraag
afgeknepen, terwijl het probleem juist ligt bij de buitenlandse vraag. De
situatie wordt dus nog onevenwichtiger.
Het resultaat van dit kortzichtige beleid is al te zien. Chinese consumptie
zal dit jaar een kleiner aandeel in de economische groei van het land hebben
dan vorig jaar. De afhankelijkheid van de export neemt alleen maar toe.
Dat is precies wat de wereldeconomie niet kan gebruiken. Nu de
Amerikaanse groei stagneert, zou de Chinese consument het stokje moeten
overnemen. Stijgende consumptie in China is het beste medicijn tegen een
wereldwijde recessie. Maar zolang de machthebbers blijven mikken op de
export, en inflatie, koopkrachtverlies en hoge rente voor lief nemen, blijft
het deksel stevig op de medicijnpot.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl